Dojo regels

Veiligheidsregels

Veiligheid staat boven alles op de eerste plaats.

Het is daarom van het grootste belang dat iedereen de volgende regels naleeft.

De beoefenaar draagt er zorg voor dat:

    • zijn/haar wapens in orde zijn om mee te trainen.
    • een wapen in de hand naar de regels wordt gedragen.
    • in de dojo niet met wapens gespeeld wordt.
    • tijdens de training het wapen regelmatig gecontroleerd wordt.
    • de dojo vloer bij iedere training schoon is (o.a. i.v.m. voetschimmel).
    • bamboesplinters op de vloer direct verwijderd worden.
    • hij/zij in de dojo geen kettinkjes, armbanden, horloges en andere sierraden draagt.
    • tijdens de warming-up goed gerekt en gestrekt wordt.
    • tijdens de training de aandacht niet verslapt.
    • hij/zij een plaats in de dojo opzoekt waar op een veilige manier kan worden geoefend.
    • bij de training de juiste afstand gehouden wordt tot een medebeoefenaar.
    • hij/zij altijd voorzichtig is tijdens oefenslagen in de dojo waar mensen bij zijn.
    • iedereen veilig kan lopen, trainen en aanwezig kan zijn in de dojo.
    • zijn/haar bogu in een goede staat verkeert.
    • de bogu correct wordt aangetrokken en de himo’s gestrikt zijn.

Hoofdzaken van de dojo-etiquette

Zoals die in Japan gebruikelijk zijn en zoals ze voortgekomen zijn uit respect voor de meester,

leraren, de dojo en traditie. Echte vrijheid, zelfdiscipline en “ik-loosheid” is o.a. te vinden

in het zich vrijwillig onderwerpen aan de dojo etiquette.

Een aantal basispunten van de dojo etiquette zijn:

    • De veiligheid van alle aanwezigen in de dojo staat boven alles op de eerste plaats.
    • Alle veiligheidsregels moeten daarom in acht worden genomen.
    • Bij het betreden van de dojo worden de schoenen buiten de deur gelaten.
    • Bij het betreden en verlaten van de dojo wordt met een buiging respect en waardering getoond.
    • Een budoka verschijnt zo vroeg mogelijk in de dojo zodat alle algemene en persoonlijke voorbereidingen vóór de training genomen kunnen worden.
    • Bij het opstellen voor het groeten staat de hoogst gegradueerde het dichtst bij de Shomen, verder staat iedereen op graad aflopend van de Shomen af. Als er geen Shinzen of andere aanduiding voor de Shomen in de dojo aanwezig is staat de hoogst gegradueerde zo ver mogelijk van de ingang van de dojo.
    • Kettinkjes, armbanden, horloges en andere persoonlijke versieringen worden in de dojo niet gedragen.
    • Alle werkzaamheden in de dojo hebben voorrang op de persoonlijke werkzaamheden en worden door iedereen
    • gedaan.
    • Een budoka verstoort het verloop van de training niet, laat anderen niet wachten en bewaart vragen tot na de training tenzij hier door de instructeur expliciet gelegenheid voor gegeven wordt.
    • De in de dojo gedragen kleding dient correct en schoon te zijn.
    • Alleen de sensei en de sempai bepalen hoe de les zal gaan verlopen.
    • Bij afwezigheid van de sensei neemt de sempai alle verplichtingen over en men behandelt hem als assistent-sensei.